Taal mag dan een dynamisch iets zijn, sommige schrijfwijzen zijn gewoon fout. Andere zijn verschrikkelijk lelijk. In de serie Schrijfwijze neem ik zo nu en dan een aantal foute woorden en zinnen onder de loep die mij opvallen. Vandaag: stook of stak? Uitten of uiten?
Sommige dingen zijn gewoon ronduit fout. De verleden tijd van steek is stak, niet stook. Stoken is het verbranden van brandhout in een kachel.
Uitten of uiten?
In dit voorbeeld zien we hoe de tegenwoordige tijd en verleden tijd door elkaar gebruikt worden. Waar de hele zin in tegenwoordige tijd staat, wordt voor uiten ineens de verleden tijd gebruikt. Dit zijn fouten die te voorkomen zijn bij nalezen. Uiten, met één t, is hier juist.